Hoefgetrappel
Dat schotse hooglanders hard kunnen rennen is een feit… Voor voer (aardappels) rennen ze graag een stukje door een natuurgebied.
Dit levert niet alleen fraaie plaatjes op, maar doet je ook beter kijken naar de bouw van het mooie dier.
‘Evenhoevig’
Schotse hooglanders hebben korte stevige poten met duidelijk zichtbare tweetenige hoeven. Runderen hebben een even aantal tenen, namelijk vier stuks aan iedere poot, dus runderen worden ook wel aangeduid als ‘evenhoevig’.
Ze lopen op de twee grootste tenen, de ‘hoofdtenen’, deze hebben een harde hoornlaag (hoef of klauw genoemd). Tussen de twee hoofdtenen bevind zich een spleet; de zogenaamde ‘tussenklauwspleet’.
Aan de achterkant van de poten zie je twee kleine teentjes de ‘achtertenen’ deze bevinden zich wat hoger aan de poten en ze rusten niet op de grond. Ze zijn rudimentair (onontwikkeld/niet in gebruik).
‘Bekappen’
Hoeven zijn als een soort teennagels, de buitenste laag is de hoornlaag. Hoorn slijt op harde oppervlakken.
De hoeven van een koe groeien hun hele leven door (net als nagels bij mensen). Omdat de schotse hooglanders ook op harde ondergrond lopen (op de verharde paden in natuurgebieden) slijten hun hoeven genoeg en is het meestal niet nodig om de hoeven te bekappen. Bij andere runderrassen (die bijvoorbeeld in de wei worden gehouden) moeten de dieren zeker één keer per jaar bekapt worden. Meestal gebeurt dit in het voorjaar. Bekappen is het bijwerken van de hoeven (het ‘knippen van de nagels’) om kreupel lopen en ziekten te voorkomen (bijv. ontstekingen van de hoef).
Fitness voor koeien
Het rennen van de schotse hooglanders over heidegrond heeft nog een bijkomend voordeel; de grond wordt door de hoeven opengetrapt en zo ontstaan er kale plekjes in de bodem waarin zaden kunnen ontkiemen en heel veel nieuwe plantjes kunnen ontstaan.